Ik ben bang van mijn man in de auto

Wills Langedijkcolumn

Beste Wills: Ik kan ook autorijden, maar als we samen uitgaan wil mijn man achter het stuur. Hij heeft zijn hele leven hard (‘sportief’ noemt hij dat) gereden en is een bumperklever.
Ik houd meermaals vast aan de deur of zet mijn voeten schrap als hij weer op het laatste nippertje afremt. Naarmate we ouder worden krijg ik minder vertrouwen in zijn reactievermogen. Ik word steeds angstiger, krijg hartkloppingen en word duizelig als ik bij hem in de auto zit.

Voor het overige hebben we het al jaren goed samen, alhoewel ik degene ben die zich makkelijk aanpast of toegeeft. Hij heeft toegezegd langzamer te rijden, maar dat gebeurde niet. Daarop heb ik voorgesteld dat hij op de binnenwegen rijdt en ik op de snelweg.
Belachelijk vond hij dat. Dus ga ik nu met het ov of met een vriendin mee als ik naar de stad wil en met hem alleen nog in de buurt. Hij is boos omdat ik naar zijn idee onze toekomst (ons pensioen is in zicht) verpest. Over therapie hoef ik al helemaal niet te beginnen. Wills, heb ik een blinde vlek?

Beste Amaxofobie: (vrij vertaald: wagenangst). Het is inderdaad niet ondenkbaar dat de rijstijl van je echtgenoot – hard rijden en bumperkleven – tot ongelukken gaat leiden nu hij ouder wordt en zijn reactievermogen vermindert. Zou hij bereid zijn een neutraal iemand, bijvoorbeeld een rijschoolhouder, te laten oordelen over zijn rijstijl?
Hij is heel duidelijk in wat hij niet wil en dat moet jij ook zijn. ‘Wanneer je een olifant bij zijn achterpoot beet hebt en hij probeert weg te lopen kun je hem het beste zijn gang laten gaan’, zei Abraham Lincoln. Je heftige lichamelijke reacties zijn een respons op een onveilige omgeving: vechten, vluchten of bevriezen.
Reis dus op eigen gelegenheid als jullie samen naar een ver gelegen oord willen, zodat jij rustig en veilig op plaats van bestemming aankomt. Je echtgenoot – deo volente – zie je daar wel. Zonder kleerscheuren aankomen op plaats bestemming verpest jullie pensioen niet, het redt het juist. Vooral als jij nog iets gaat doen aan je al te grote toegeeflijkheid ten opzichte van de rigide opstelling van je echtgenoot en zijn gebrek aan inlevingsvermogen en respect.