Beste Wills: Mijn man en ik zijn 26 jaar getrouwd. Al zolang hij me kent, draag ik gouden oorbellen. Ik hou van simpele en gladde modellen. Van mijn lievelingsoorbellen ben ik er een tijd geleden eentje kwijtgeraakt. Toen ik onlangs jarig was, gaf hij me nieuwe oorbellen die absoluut niet mijn smaak waren: van zilver, groot en heel druk. Misschien vindt hij dat ik zoiets moderns zou moeten dragen maar ik vind het echt iets voor een jong iemand, dus ik heb ze meteen aan onze dochter gegeven. Dat schoot hem in het verkeerde keelgat, hij was beledigd en noemde me tactloos en ondankbaar. Ik heb tegen hem gezegd dat hij toch moest weten dat ik zulke opzichtige dingen nooit zou dragen en nooit gedragen heb. Maar hij heeft iets gekocht wat hij zelf mooi vindt, dat doet hij altijd, zonder rekening te houden met de smaak van degene voor wie hij het koopt. Maar nu ben ik de kwaaie pier. Ben ik echt een ondankbaar kreng?
Beste kwaaie pier: Ja, maar dit voorval lijkt me illustratief voor de milde frustraties in jullie lange huwelijk, zoals alle lange huwelijken die kennen. Je man houdt koppig vast aan zijn gewoonte cadeaus uit te kiezen die hij mooi vindt. En jij bent zo ondankbaar om dat te laten merken en het cadeau direct weg te geven. Toen je je cadeautje opende, had je diep adem kunnen halen, je keel schrapen en zeggen: ‘Lieverd, ik ben heel dankbaar voor veel dingen in ons leven samen, maar ik zou toch echt liever eenvoudige, gouden oorbellen dragen.’ Omdat dit soort dingen misschien al 26 jaar voorvallen, zou het kan geen kwaad kunnen het eens te benoemen. Ga naar hem toe en zeg: ‘Ik ben ondankbaar, jij bent koppig. Goed dat we elkaar hebben. Het spijt me als ik je op je ziel getrapt heb. Zullen we samen andere oorbellen gaan kopen?’